MUZIEK IN SURINAME
Surinaamse muziek is even gevarieerd als de Surinaamse bevolking, en er zijn intensieve muzikale contacten tussen Nederland en Suriname. Live muziek hoor je in Suriname op feesten, parades, nationale feestdagen, bij de wandelmars, in kerken, tempels en moskeeën en af en toe zijn er grote concerten van Surinaamse en buitenlandse artiesten. Klassieke muziek wordt ten gehore gebracht in muziekscholen en kerken.
Een 19e-eeuwse Surinaamse componist van klassieke muziek was Johannes Helstone. Hij wordt herdacht met een monument voor de Hervormde Kerk op het Kerkplein in Paramaribo. Van Eddy Snijders, de vader van de dwarsfluitist en jazzmusicus Ronald Snijders, staat een borstbeeld in Fort Zeelandia, tegenover de ingang van het museum. Eddy Snijders speelde piccolo, was componist en dirigent van de militaire kapel.
In Nederland waren zwarte musici na 1930 populair in nachtclubs en cafés. Zelfs in de tweede wereldoorlog lukte het om te blijven optreden. Kid Dynamite (1911-1963) was tenorsaxofonist in clubs en bij jazzorkesten. Max Woiski Sr. (1911-1981), orkestleider in Amsterdam, trad op in cafés en vertrok eind jaren 1960 naar Mallorca, waar hij een nachtclub had. Een hit was ‘BB met R’. Max Woiski Jr. koos meer de latin en jazz richting. ‘Rijst met kousenband’ en ‘Je bent nog niet gelukkig met een mooie vrouw’ waren populair in de jaren 60. Lex Vervuurt (1910-1991) was jazzmuzikant, componist, en orkestleider. Hij werkte o.a. voor de Wereldomroep en componeerde de ‘Vriendschapswals’ ter ere van het Statuut van de Nederlandse Antillen in 1955.
Lieve Hugo (1934-1975) overleed vlak voor de onafhankelijkheid van Suriname. Bekende nummers zijn o.a. ‘Blaka Rosoe’, ‘Srefidensi’, ‘Dorina’, ‘Mi seni a boi’ en ‘Mira’. Uit zijn band Happy Boys kwam de kawinaband Trafassi voort.
Max Nijman (1941-2016), “soulman number one”, zong ballads, kaseko, latin en reggae in het sranantongo. In 1986 vertrok hij naar Nederland. Emotionele liederen zijn ‘Katibo’, ‘Adyossi’ en ‘Ai Sranan’. In die periode waren er veel Surinaamse muzikanten in Nederland, zoals Oscar Harris en de jazzgroep Fra Fra Sound, die optraden op het North Sea Jazz Festival. Andere Surinaamse bands waren Exmo Stars, Ghabiang Boys en Master Blaster. De feestband Sabaku maakte de ‘Wasmasjien’ (1985) en de ‘Strijkplank’ op dubbelzinnige wijze populair bij het Nederlandse publiek.
De laatste jaren zijn Damaru met ‘Tuintje in mijn hart’ en Kenny B. met ‘Parijs’ populair geworden in Nederland. In Suriname houdt men meer van hun muziek in het sranantongo en aucaans, zoals ‘Yu Faya’, ‘Neks ne tai’ en ‘Paramaribo’. Damaru is na een verblijf in Nederland teruggekeerd naar Suriname en veelgevraagd op dansfeesten. In Nederland is er momenteel een groot aantal rappers met Surinaamse roots, die Amerikaanse voorbeelden volgen.
Iedere Surinaamse bevolkingsgroep heeft unieke muziek. Traditionele inheemse (indiaanse) muziek is te herkennen aan de sambura, een grote trommel die een zwaar en dof geluid maakt. Voorheen bestond een samburagroep alleen uit mannen, tegenwoordig zijn er ook vrouwen die het instrument bespelen. De maraca, gemaakt van een kalebas, werd door de pyjai-man gebruikt om spiritueel contact te maken met voorouders. Een traditionele inheemse muziekgroep is Sambura Maestro.
In de omgeving van Lelydorp, Santigron en Pikin Poika zijn er kaseko bands van inheemsen en Afrosurinamers, die teksten zingen in het sranantongo, de arowakse of caraïbse taal. Muziek van de inheemsen uit Zuid Suriname is vrijwel nooit te horen in Paramaribo.
De Afrosurinaamse bevolking in de kustvlakte van Suriname kent talloze muziekstijlen, van gospel en kerkkoren (Harmonie, Maranatha) tot kawina, kaseko, zouk, reggae, rap, spoken word en covers van internationale nummers met teksten in het Sranantongo. Allround muziekgroepen hebben een breed repertoire van bollywood tot Braziliaanse popmuziek, met teksten in verschillende talen.
Het nummer ‘Faluma’ werd een hit in het hele caribisch gebied. De zangeres Sisa Agi (1962-2020) was een aleke zangeres, na 1994 lid van de kawinagroep Ai Sa Si. Dankzij het internet kan een muziekgroep uit Suriname publiek in de hele wereld bereiken, waarbij het sranantongo, aucaans of saramaccaans geen beperking is. De marrons (bosnegers) kennen een aantal muziek- en dansstijlen die dankzij internet en social media steeds meer aandacht krijgen, zoals aleke, awasa en loketo.
Een bekend instrument is de apintie (talking drum), waaraan Radio Apintie haar naam ontleent. Percussie en trommels zijn belangrijk in de wintigodsdienst en traditionele kawina muziek. Trommels worden met respect behandeld, en met plengoffers ingewijd. Toen in de koloniale tijd trommels verboden waren, werd in plaats daarvan een houten bankje (kwakwa bangi) als muziekinstrument gebruikt.
Kerkliederen kunnen ook de hitparade bereiken, bijvoorbeeld ‘Jerusalem – Nanga palm a de go’ van Trafassi. Dit lied wordt gezongen wanneer een doodskist door dansende dragiman naar het graf wordt gebracht. Bij een bigi-yari (viering van een kroonjaar) begint de muziekgroep met kerkliederen en schakelt langzaam over op kawina en kaseko. Bij deze gelegenheden zijn er altijd trommels en blazers (trompet en tuba) van de partij.
Kaseko is dansmuziek met caribische invloeden en westerse instrumenten, zoals drumstel, conga, trompet, trombone, saxofoon, electrische gitaar, basgitaar, soms aangevuld met de traditionele skratji-dron.
De vereniging NAKS (Na Arbeid Komt Sport) in Paramaribo stimuleert de Afrosurinaamse cultuur door het geven van muziek- en danslessen. Bij evenementen treedt een slagwerk-orkest op, waarin de verschillende bevolkingsgroepen van Suriname hun traditionele kleding dragen en instrumenten bespelen, Alakondre dron. Bekend is ook NAKS Kaseko Loco.
De militaire kapel is te horen bij officiële ceremonies en op nationale feestdagen. Hun repertoire bestaat uit marsmuziek, het volkslied, ze begeleiden de volkskerstzang en schakelen moeiteloos over op kaseko of internationale popmuziek. Surinaamse marsmuziek komt voort uit Duitse tradities, die wat swingender werden gearrangeerd door onder andere Eddy Snijders.
De hindostanen in Suriname brengen op het Holi-Phagwa feest chautal muziek ten gehore. Een groep mannen en jongens (sinds kort ook meisjes) zitten tegenover elkaar op de vloer met kleine, oorverdovende bekkens en trommels, en zingen feestliederen. Bij huwelijken is er een baithak gana orkest met draagbaar harmonium, diverse trommels en een metalen rasp. Kries Ramkhelawan is musicus, componist, regisseur van toneelstukken en geeft les in Indiase muziek. De ambassade van India verzorgt eveneens muziek, dans- en taalcursussen in Suriname.
Moderne muziek en dans uit romantische Bollywoodfilms zijn populair. Er zijn ook hindostaanse muziekgroepen die Amerikaanse hardrock- en countrymuziek spelen.
Javaanse muziek, gezongen in de Javaanse taal, heeft een beperkt publiek. Tijdens djaran kepang, waarbij dansers in trance raken en zich gedragen als paarden, apen, slangen en tijgers, wordt gamelan muziek gespeeld, evenals bij wajang voorstellingen. Deze muziek hoort bij religieuze feesten die worden gevierd in culturele verenigingen. De ambassade van Indonesië stimuleert de Surinaams-Javaanse cultuur door het verstrekken van studiebeurzen, en door Indonesische muzikanten en kunstenaars naar Suriname te halen. Jongeren in Suriname beheersen de Javaanse taal bijna niet meer en daarom worden tegenwoordig wajangvoorstellingen gegeven in het sranantongo! Astaria Combo was in de jaren 1970 tot 1990 een bekende pop-jawa groep.
Sinds 1982 vindt om de paar jaar het Suripopfestival plaats. Componisten, zangers en muzikanten worden gestimuleerd om nieuw werk te presenteren, liefst in het sranantongo en andere Surinaamse talen.
Chinese, Libanese, Haïtiaanse en Braziliaanse muziek is bij culturele verenigingen en op nationale feestdagen te horen. De wandelmars (avondvierdaagse) in Paramaribo biedt deze verenigingen de mogelijkheid om hun muziek en dans op straat te vertonen. Grote bedrijven en politici sponsoren de kleding en de brassbands.